India oh India

1 maart 2013 - Agra, India

Een maand onderweg, een maand weg van huis. Heimwee? Natuurlijk! Een beetje dan.

We missen de warme douche, ons eigen bed, vertrouwd voedsel - luxe dingen dus - maar we missen vooral jullie! Ook missen we de normale Nederlandse gang van zaken. Omdat we hier toch een bepaalde 'cultureshock' hebben ervaren, wijden we deze blog toe aan de onberekenbare Indiase gekte waar we dagelijks aan worden blootgesteld.

De eerste transactie

Na de landing in Calcutta was het weer 'Thijs en Laura tegen de taximaffia'. Hier zou het echter anders verlopen dan in Thailand, waar je praktisch altijd een normale prijs betaalt zolang je op de meter rijdt. In India moet je van goede huize komen, wil je een taxi-chauffeur zijn meter aan laten zetten. En dat heeft een reden: het metersysteem is gebaseerd op verouderde tarieven, waardoor er een ingewikkeld gedoe van heffingen en toeslagen aan te pas moet komen om de juiste prijs te berekenen. Hier is wel iets op bedacht hoor, namelijk een kantoortje waar je als het ware een ticket koopt voor het aantal kilometers naar je bestemming. Dit ticket heeft een vaste prijs per kilometer en wordt onder supervisie van de regering verstrekt. Dat kochten we dus maar.

De man achter het loket zegt 300 roepie. Wij betalen 300 roepie, nemen het ticket aan en lopen naar buiten om het papiertje daar beter te bekijken, en lezen duidelijk: Price: 290 roepee. Bij de eerste transactie al tien roepie uit onze zak geklopt.

Op de kleintjes letten

India heeft nog een ander truucje waarmee ons kapitaal beetje bij beetje wordt opgeslokt: wisselgeld. Het lijkt alsof er nergens in India wisselgeld aanwezig is. Uit de pinautomaat krijgen briefjes van 500 roepie, wat voor Indische begrippen best veel geld is. (Gemiddeld besteden we per dag in totaal 1500 roepie.)

Door (zogenaamd) geen wisselgeld te hebben, dwingen verkopertjes, obers en taxichauffeurs je een fooi te geven of meer spullen te kopen. Maar niet alleen straatverkopers zitten in het complot, ook grote winkelketens zoals supermarkten sporen je bij de kassa aan meer te kopen om op een rond bedrag uit te komen. Wat hier goed tegen werkt is bluffen dat je dan liever niets koopt, waarna er vliegensvlug een kassalade openschuift, die tot de rand is gevuld met kleingeld.

Roadkill

Aan het verkeer in Thailand en India wilden we eigenlijk een aparte blog toewijden (wat we misschien nog wel doen), maar het volgende moeten we echt kwijt.

Het verkeer in India is CRAZY. Nothing like you've seen before. Zelfs de Thaise chaos verbleekt hierbij. In Thailand wordt er vredig gereden met het gaspedaal en de rem, elkaar in hoog tempo afwisselend. Tuc tucs, fietsen, brommertjes, auto's en andere voertuigen met wielen krioelen over de wegen, met alle respect en geduld voor elkaar.

Nu India. Hier gebruiken ze alleen het gaspedaal en de toeter, met als gevolg dat het geen seconde stil is (echt waar, we hebben geteld) - er wordt nonstop geclaxonneerd. De rit van het vliegveld naar de 'backpackersstraat' van Calcutta hebben we beleefd met verbijstering en zo nu en dan een razende hartslag, als een bus ons van de weg dreigde te drukken. De reactie van onze chauffeur? Toeteren en gas erbij.

Vieze dingen

Als de Indiërs iets niet begrepen hebben is het hygiëne. Het is algemeen bekend dat het in India stinkt, het eten niet te vertrouwen is, de kamers smerig zijn en dat de straten vol liggen met urineplassen en stront. (Dit kunnen we allemaal bevestigen.)

Het is ook volstrekt normaal om voortdurend een rochel achter in je keel los te maken en deze nongalant op straat te kitsen. (We hadden een ober die voor het opnemen van onze bestelling, even uitgebreid aan onze tafel ging rochelen om vervolgens een dikke klodder spuug naast onze voeten neer te kwakken.)

Maar het ergste wat wij gezien hebben, vond plaats in de rivier de Ganges in Varanasi. In deze rivier doet de lokale bevolking ALLES: zwemmen, baden, kleren wassen, kakken en pissen, tanden poetsen, enzovoorts. Het wordt erger. 

Voor de Indiërs is Varanasi een heilige stad. Ze geloven dat je de cirkel van reïncarnatie kan doorbreken (en zo van eeuwige rust kan genieten) als je in deze stad sterft. Mensen komen hier dus om te sterven, wat een hoop lijken oplevert. De lijken worden in het openbaar verbrand aan de oever van de Ganges. Hoe dit gaat? Stapeltje brandhout, lijk erop en de fik erin.

Bij de grootste lijkverbrandingsplaats worden er per dag zo'n 250 lichamen verbrand, die - nadat het vuur is gedoofd - in de Ganges verdwijnen. Maar niet iedereen wordt zomaar verbrand. Overleden kinderen, priesters en zwangere vrouwen worden met een bootje naar het diepste punt van de Ganges gevaren. Daar binden ze stenen aan de voeten van de lijken, die vervolgens overboord worden gekieperd.

Een zeer populaire activiteit onder toeristen is een bootje huren om zo langs de hele oever te varen. We moeten toegeven dat de stad zeker zijn charme heeft, met de voelbaar aanwezige spiritualiteit, vele kleurtjes en opeengestapelde gebouwen. Tegelijkertijd hadden we in de eerste vijf minuten van de boottocht al een dode kat en een dode geit voorbij zien dobberen.

Op onze laatste dag in Varanasi zagen we dat een dood beest in een hoekje van de pier vast was komen drijven. Een jongetje van een jaar of tien duwde het dier met een stok weer richting de stroming. 'Die snapt dus dat je dat beter niet kan hebben', dachten we, waarna hij zijn kleren uittrok en bij het dode dier in het water sprong.

Toeristen

Soms worden we gek van de aandacht die we krijgen. Als blanken zijn we vooral in de minder toeristische plaatsen echt een attractie. Met Laura en haar (donker)blonde haren als publiekstrekker. Er komen constant mensen naar ons toe met de vraag of ze een foto van ons mogen nemen. (Dit zijn overigens de nette mensen. Er zijn ook vlegels die een camera in onze gezichten duwen en foto's beginnen te maken, soms van ongemakkelijk dichtbij. En soms met het verzoek: 'smile!') 

In het begin vonden we dat niet zo'n probleem, maar het modelleren begint een daginvulling te worden. Op een zeker punt stonden alle mensen in bovenstaande foto in de rij om een foto van ons te nemen.

Teaser

We zijn inmiddels in Agra aangekomen, de stad van één van de zeven wereldwonderen: de Taj Mahal. Alles draait hier om het marmeren paleis. Zo lijken alle gebouwen uitgerust te zijn met een 'rooftop restaurant', waardoor de Taj altijd te bewonderen is.

Er zitten hier ook veel roofvogels, die goed in de gaten houden wat de toeristen krijgen voorgeschoteld. Onze avond werd plots verstoord door een vogel, die het op de kippenpoot van de Fransman voor ons had gemunt. Met een duikvlucht poogde het dier het stukje vlees van de tafel te grissen. De ober wist wel weer hoe laat het was en schoot (haha) met een jachtgeweer te hulp. Toen alle gasten protesteerden bleek het een speelgoedgeweer te zijn, maar het had gewerkt: de roofvogel was nergens meer te bekennen. Op onderstaande foto is de altijd aanwezige Taj Mahal te zien vanaf het betreffende dakrestaurant.

De volgende keer de Taj Mahal van dichtbij!

Foto’s

3 Reacties

  1. Joke Teutscher:
    1 maart 2013
    wat een heftig verhaal zeg! Geen wonder dat je het (overgeorganiseerde) nederland mist. Wel weer hele mooie foto's!
  2. Marian:
    4 maart 2013
    Hoi Matthijs en Laura, Misschien moeten jullie ook geld gaan vragen voor het foto's maken.
    Heftig India en het klinkt alsof er nog niet zoveel veranderd is.
    Maar de Taj Mahal maakt wel veel goed. Mooie foto's
    Dikke kus
  3. Suus:
    9 maart 2013
    Mis je Woef Lik